Kapitein Paul Watson, oprichter van Sea Shepherd Conservation Society, heeft een klacht  ingediend tegen Costa Rica bij de Inter-American Commission on Human Rights (IAHRC) in Washington, D.C. Hij beschuldigt Costa Rica ervan het juridische systeem te gebruiken om zijn rechten te schenden.

Het juridische systeem van Costa Rica ontneemt kapitein Watson namelijk toegang tot juridische en consulaire bijstand. Zijn Costa Ricaanse advocaat hoopt dat de klacht een eind maakt aan de jarenlange strijd tussen Watson en Costa Rica. In de klacht staat onder andere dat de juridische procedures tegen kapitein Watson zijn ingegeven door de politiek gemotiveerde wens om een van de meest bekende natuurbeschermers uit te schakelen, zodat Costa Rica de handel in haaienvinnen kan voortzetten.

Oude zaak

De Costa Ricaanse regering heeft gevraagd om de uitlevering van Watson vanwege een zaak uit 2002. De Ocean Warrior, met Watson als kapitein, trof in april 2002 de Costa Ricaanse Varadero I aan in de wateren van Guatemala. De Varadero I viste daar illegaal op haaien vanwege de vinnen. Watson probeerde het schip te arresteren, maar de stropers ontsnapten.

Enkele weken later diende de Costa Ricaanse autoriteiten een strafklacht in tegen Watson en zijn bemanning vanwege bedreiging en poging tot moord van de bemanning van de Varadero I. Hoewel de poging tot moord later werd ingetrokken, verklaarde het Costa Ricaanse Hof wel dat Watson wordt beschouwd als ‘muiter’. De Hof vaardigde een arrestatiebevel uit wegens ‘verstoring van de scheepvaart’.

De zaak escaleerde in 2012 toen de Duitse autoriteiten Watson op basis van dit bevel arresteerden. Costa Rica diende vervolgens een uitleveringsverzoek in op grond van het veroorzaken van schipbreuk. Dit is een veel zwaarder misdrijf. Enkele maanden later vaardigde Interpol een arrestatiebevel uit op dezelfde grond.

Ernstige fouten

In de klacht die nu door Watson indiende, staat dat het Costa Ricaanse Hof een aantal ernstige fouten heeft gemaakt in de zaak. Zo was het Hof niet bevoegd, omdat beide schepen elkaar troffen in de wateren van Guatemala. Watson is bovendien niet gewezen op zijn recht op consulaire bijstand en adequaat bewijsmateriaal ontbrak.

Reactie Paul Watson

“In 2002 trad ik op verzoek van de overheid van Guatemala op tegen een illegale haaienvinoperatie in de wateren van Guatemala. Er raakte niemand gewond en niets werd beschadigd. Omdat de stropers hierdoor winst misliepen, zijn enkele personen op hoge posities in actie gekomen. Wij hebben deze zaak bij de IAHCR voorgelegd, omdat mijn mensenrechten zijn geschonden door een politiek gemotiveerde campagne om mij ervan te weerhouden mijn werk voor de bescherming van bedreigde zeedieren voort te zetten”, aldus Watson.